“Mag ik naar school, asjebief, asjeblief, asjeblief!”. Haar ogen kijken smekend, er klinkt paniek door in haar stem. Alsof het tot haar doordringt dat het weer een lange periode thuis blijven gaat worden. Ik druk haar tegen me aan zodat ze de tranen niet ziet die in mijn ogen springen. Mijn moederhart wordt vol geraakt. Ik kan alle tijd voor haar maken, maar ik kan haar niet bieden wat ze het meest nodig heeft: gezelligheid, structuur, samen spelen en vreemde ogen die stimuleren mee te werken of door te zetten. Ik herpak me en leg uit dat school voorlopig weer dicht zit en dat mama’s schooltje weer open gaat. We gaan wel iedere dag een juffrouw zien op de IPad met de dagopening en een leuke werkje. Dit alles door corona. Stilletjes heeft ze naar mijn woorden geluisterd. “Mama kan het niet anders maken lieverd, maar we gaan het zo leuk mogelijk maken”. Ze kent inmiddels het woord corona maar heeft geen idee wat het inhoud. Ze heeft echter heel goed door dat corona overal roet in het eten gooit. Zoals met verjaardag, sinterklaas en het knuffelen met opa en oma. Gelukkig is de BSO wel open en kan ze drie middagen in de week gaan spelen. Daar ziet ze weer even andere kinderen. Zo nodig voor de ontwikkeling. We zijn nu ruim een week onderweg en ik vind het knap hoe ze het doet. Op het pictobord staat de nieuwe dag structuur en gelukkig had ik de uitgeprinte werkjes van het voorjaar bewaard. We zingen veel liedjes, dat doet ze graag en zo mogelijk gaan we naar buiten. “Het lijkt wel of je honing aan je kont hebt” zei mijn man van de week. Noortje zoekt inderdaad steeds mijn nabijheid. Niet zo heel vreemd; terwijl alle stoelpoten weer onder haar uit zijn geslagen is mama de enige houvast. Ze komt vaker dan anders een knuffel halen, daar heb ik er gelukkig genoeg van. “Mama, gaan we naar de Jumbo?”. vroeg ze gister. Ze wil eruit. En zo rollen we de dagen door. De ene beter dan de andere. We zijn niet de enige. Dat biedt me troost. Ik durf niet na te denken over de gevolgen van de schoolsluitingen op langer termijn voor onze jonge generatie. Het proces naar gelatenheid of juist dwars gedrag gaat veel sneller dan in het voorjaar. Dat baart me zorgen. Een kind, met of zonder beperking, misschien maakt dat in dit geval niet uit. Het is voor (bijna) ieder kind en iedere ouder een uitdagende situatie. Gister bij het naar bed gaan zei ze: “Mama, jij liefste hele wereld”. Ik krijg nog een dikke knuffel. En ik dacht bij mezelf: Liefde. Liefde is wat mij overeind houdt en het is de Liefde die overwint. Op naar het licht wat altijd te zien is aan het eind van een tunnel. Heb elkaar lief, lieve mensen en hopelijk een knuffelbaar Voorjaar.
Geef een antwoord